Valcke schreef: ↑20 dec 2025, 22:09
Ik weet niet hoe jij erbij komt dat ik het woord ‘wet’ juridisch interpreteer. Dat heb ik nergens gezegd. Het woord ‘Wet’ in de tekst ziet op de Torah, en dit woord wordt vaak met ‘Wet’ vertaald, maar betekent evengoed leer, onderwijs. Dat maakt het natuurlijk niet minder gezaghebbend. Het woord ‘wetmatigheid’ lijkt mij echter een ongezonde afzwakking van wat de apostel hier leert. En traditie is het evenmin. Het is de Schrift.
Vanuit jouw omgang ermee: vrouw en ambt mag niet. Dat is dus wet. De crux zit ‘m inderdaad in wat je verder schrijft: Torah betekent onderwijzing. Het wijst een bepaalde richting op. Daar gaat het om.
Het meerderheidsrapport van de CGK is gezaghebbend spreken. Het besluiten dat v&a niet mag (‘want anders…’) is wet. Proef je het verschil?
Overigens begrijp ik je moeite met het woord wetmatigheid niet: je verwijst zelf naar scheppingsorde? Dat is een wetmatigheid?
Ik heb ChatGPT gevraagd het onderscheid uit te leggen en dat doet hij verbazingwekkend goed. Wellicht helpt het:
Gezaghebbend betekent bij Paulus (en in de Schrift) níét automatisch wetgevend. Dat onderscheid is zelfs cruciaal om zijn denken goed te begrijpen.
Ik werk dat stap voor stap uit.
⸻
1. Het kernonderscheid
Gezaghebbend = heeft dragend, richtinggevend en normerend gewicht
Wetgevend = stelt bindende regels met expliciete geboden en sancties
Iets kan dus wél gezag hebben, maar géén wet zijn.
⸻
2. Schriftgezag ≠ altijd wet
Paulus gebruikt de Schrift op verschillende manieren:
a. Wetgevend (expliciet normerend)
Bijvoorbeeld wanneer hij direct een gebod toepast:
• ‘U zult niet stelen’
• ‘U zult geen overspel plegen’
Hier functioneert de Schrift als wet.
⸻
b. Gezaghebbend, maar niet wetgevend
Veel vaker gebruikt Paulus de Schrift:
• als openbaring van Gods orde
• als getuigenis
• als typologisch patroon
• als wijsheid
Bijvoorbeeld:
• scheppingsorde
• Adam–Christus-structuur
• zaaien en oogsten
• eer en schande
• hoofd–lichaam
Deze zijn gezaghebbend, maar niet uitgewerkt als concrete wetartikelen.
⸻
3. Scheppingsorde: gezag zonder codificatie
Dat zie je scherp bij scheppingsorde.
Paulus zegt niet:
‘Gij zult X, op straffe van Y.’
Maar:
‘Zo is het vanaf het begin geweest.’
Dat betekent:
• de orde openbaart Gods bedoeling
• zij vraagt om onderscheidingsvermogen
• zij werkt normatief, maar niet juridisch
Dit is gezag zonder wetgeving.
⸻
4. Voorbeeld: 1 Korintiërs 11
In 1 Korintiërs 11:
• Paulus verwijst naar Adam en Eva
• naar engelen
• naar eer en schande
• naar ‘de natuur leert u’
Maar hij:
• formuleert geen universeel wetsartikel
• noemt geen straf
• laat ruimte voor oordeelsvorming (‘oordeelt bij uzelf’)

Gezaghebbend, maar niet wetgevend.
⸻
5. Waarom dit onderscheid voor Paulus essentieel is
Omdat Paulus leeft na Sinai, maar vóór de voleinding:
• De Torah als wet is vervuld in Christus
• Maar Gods orde, wijsheid en bedoeling blijven spreken
Daarom verschuift hij van:
• regel → onderscheiding
• wet → wijsheid
• letter → Geest
Dat betekent niet minder gezag, maar een ander soort gezag.
⸻
6. Gevaar van vereenzelviging
Als je gezag = wet maakt, gebeuren twee dingen:
1. Je juridiseert teksten die dat niet zijn
2. Je mist Paulus’ pastorale en symbolische denken
Omgekeerd:
Als je gezag loslaat omdat iets geen wet is, ondermijn je Paulus’ theologie.